We komen het woord overal tegen. In de media, op het werk, in gesprekken met vrienden. Iedereen kent ook wel iemand die ermee sukkelt. Een burn-out. Maar wat is het precies? Hoe herken je een burn-out? En wat kan je eraan doen? Vragen waar veel mensen het antwoord niet op kennen. En da’s jammer, want 7,5% van de werkende bevolking in Vlaanderen heeft burn-outklachten*. We leggen het graag voor je uit, maar beginnen graag met het goede nieuws: je kan een burn-out voorkomen én genezen.
*Resultaat van de Burnout Assessment Tool van KU Leuven
We starten bij het begin: wat is een burn-out eigenlijk? Een burn-out krijg je niet van de ene op de andere dag. Het is het resultaat van maanden, of zelfs jaren, van overspanning. Van je helemaal smijten op je werk, studies of gezinsleven tot je helemaal leeggezogen bent. Je ontwikkelt fysieke, psychische en emotionele klachten tot je op een punt komt waar je je oude zelf niet meer herkent: je bent helemaal opgebrand.
Burn-out, stress of depressie?
“Een burn-out, da’s toch gewoon een depressie?” of “Een burn-out is gewoon een chique naam voor ‘veel stress’.” Ten eerste bestaan er heel wat misverstanden over burn-out. Daar schreven we ook een artikel over. Daarnaast is er nogal wat naamsverwarring. Vaak wordt een burn-out vergeleken of verward met een depressie of stress. Toch is er een verschil:
- Stress: de klachten bij stress komen overeen met die van een burn-out, maar er is een groot verschil. Stress duurt meestal niet zo lang. Blijft het toch lang aanslepen? Dan loop je risico op een burn-out.
- Depressie: toegegeven, een burn-out onderscheiden van een depressie is niet altijd makkelijk. Ben je uitgeput, dan voel je je waarschijnlijk ook neerslachtig. Toch is er een groot verschil: een burn-out heeft te maken met een groot energietekort, een depressie is een stemmingsziekte. Depressief ben je op alle vlakken, ook in het weekend. Bij een burn-out wordt het neerslachtige gevoel gekoppeld aan de stressbron. Heb je een burn-out, dan kan je nog perfect genieten van bepaalde dingen. Dat lukt bij een depressie niet meer. Antidepressiva helpen daarom ook niet bij een burn-out.
De kenmerken van een burn-out
Een slechte slaper? Soms wat kortaf tegen mensen? Dan heb je nog geen burn-out. Neen, daar is meer voor nodig. Opgebrand, zo voel je je wanneer je een burn-out hebt. Maar wat betekent dat dan precies? Wat zijn de symptomen van een burn-out? En hoe herken je ze? Dit zijn de belangrijkste kenmerken:
- Je bent he-le-maal uitgeput, zowel lichamelijk als emotioneel. Je batterijen zijn leeg en je krijgt ze ook niet meer opgeladen. Je hebt zolang op reserves geleefd dat het nu over and out
- Je kan je job, maar ook andere taken, niet meer uitoefenen zoals dat zou moeten. Je kan je niet meer concentreren, bent trager en maakt fouten. Je geheugen? Daar lijken meer gaten in te zitten dan in een vergiet. Gedaan met de productiviteit. Zo krijg je al snel het gevoel dat je altijd en overal tekortschiet.
- Je neemt afstand van je werk, maar soms ook van je omgeving. Naar het werk vertrekken? Daar kijk je elke dag weer tegenop. En je taken? Die boeien je niet meer. Je bent gefrustreerd en je zelfvertrouwen is verdwenen.
- Je hebt fysieke klachten die maar niet overgaan. Op sommige dagen voel je je bijna hoogbejaard. Je kan ademhalingsproblemen hebben, snel misselijk of duizelig worden, weinig eetlust hebben of hartkloppingen en een verhoogde bloeddruk hebben. En je kan overal pijn voelen: in je rug, hoofd, nek, buik of spieren. Ook slaap je misschien heel slecht, zelfs wanneer je heel moe bent.
- Je hebt ook psychische en emotionele klachten. Je bent prikkelbaar en weet met je emoties geen blijf. Een huilbui, paniekaanval of woede-uitbarsting is geen uitzondering meer.
Herken je jezelf in sommige (of alle) kenmerken? En twijfel je of je risico loopt op een burn-out? Op die laatste vraag krijg je een antwoord wanneer je de burn-outtest invult. Die Burnout Assessment Tool – of BAT – werd ontwikkeld door de KU Leuven om zelf het risico op een burn-out in te schatten. Misschien is het nog niet te laat. Voorkomen is altijd beter – en eenvoudiger – dan genezen.
De oorzaken van een burn-out
Een burn-out komt niet uit de lucht gevallen. Je werk en je thuissituatie, maar ook je persoonlijkheid kunnen je in de richting van een burn-out duwen. Het gaat altijd om een samenspel van verschillende triggers die afzonderlijk weinig last zouden veroorzaken, maar samen een gevaarlijke cocktail vormen. We zetten enkele mogelijke triggers op een rijtje:
Op je werk
- Je krijgt weinig autonomie. Je hebt het gevoel dat je weinig vertrouwen krijgt en weinig beslissingsrecht hebt.
- Je krijgt weinig erkenning en steun van je collega’s of leidinggevenden.
- Je hebt een te grote werklast. Bij een fysieke job voel je hoe je je lichaam onder druk zet, ook mentaal. Voel je vooral mentale druk? Dan lijkt je hoofd soms op ontploffen te staan. Het resultaat: een lange to-dolijst, maar geen structuur en overzicht meer.
- Je werkt altijd onder tijdsdruk, van deadline tot deadline. Na een tijdje lijkt het alsof je altijd achter de feiten aan holt.
- Kwaliteit is belangrijk, maar soms kunnen de kwaliteitseisen te hoog Je voelt de druk langs alle kanten: van collega’s, je baas en je klanten.
- De rolverdeling op je werk is niet duidelijk. Wat je functie precies inhoudt? Geen idee. Of je daarom veel meer doet dan je eigenlijk zou moeten doen? Correct! Die onduidelijke situatie brengt stress en frustratie met zich mee.
- Je voelt ook emotionele druk. Of het nu om je baas, een collega, een klant, een leerling of een patiënt gaat, je voelt dat het contact stroef loopt.
- Je work-life balance? Die is helemaal ontspoord. Je staat altijd ‘aan’, sluit je werkdag niet goed af of piekert elke avond over je veel te lange to-dolijst van de volgende dag.
Je persoonlijkheid
- Je bent een doorzetter: je bent heel gedreven en geeft niet snel op. Een moeilijke taak of opdracht? Jij geeft de volle 100%.
- Je bent een perfectionist: de puntjes op de i, die vind jij het leukst. Want iets is pas af wanneer elk klein detail klopt. Voor minder ga je niet.
- Je bent een ja-zegger: als rasechte people pleaser wil je niemand teleurstellen. Je durft daarom heel moeilijk ‘nee’ te zeggen.
- Je hebt een groot verantwoordelijkheidsgevoel: je neemt je taken heel serieus. Gaat er iets mis? Dan leg je de schuld volledig bij jezelf.
- Je bent een eeuwige twijfelaar: je wikt en weegt, en wikt en weegt opnieuw. Tot je alle kanten van een vraagstuk hebt bekeken om de juiste beslissing te nemen.
Herken je je in een van deze karaktereigenschappen? Dan hoef je nog niet meteen te panikeren. Sommige karaktereigenschappen kunnen je grootste troeven zijn, maar wanneer je te ver gaat, kan iets positiefs heel snel omslaan in iets negatiefs. Een klein voorbeeldje: als weger maak je doordachte keuzes. Je laat niets aan het toeval over en belicht alle kanten van een verhaal. Toch moet je oppassen, want als je blijft twijfelen over iets, ga je ook aan jezelf twijfelen.
Een burn-out voorkomen, doe je zo
Het duurt een hele tijd – soms zelfs jaren – voor je van een echte burn-out kan spreken. En da’s goed nieuws, want dat betekent ook dat je de tijd hebt om het niet zover te laten komen. Dit kan je doen:
1. Negeer de signalen niet
Voel je je het grootste deel van de tijd uitgeput? Heb je het gevoel dat je thuis niet meer echt aanwezig bent? En zie je je vrienden nog amper omdat je de energie niet meer hebt om af te spreken? Vragen mensen hoe het met je gaat omdat ze vinden dat je er ongelukkiger uitziet dan vroeger? Dan is het tijd om actie te ondernemen! Je omgeving heeft vaak sneller door dat er iets aan de hand is dan jijzelf. Luister daarom ook naar hun advies en negeer de alarmsignalen niet.
Voel je dat je vaak last hebt van stress, maar kan je niet meteen plaatsen waar die stress vandaan komt? Ons stressbronnenonderzoek helpt je de oorzaken vast te pinnen.
2. Praat erover
Je staat er niet alleen voor. Je familie, vrienden, werkgever en collega’s kunnen – neen, moeten – je ondersteunen om weer je gelukkige, energieke zelf te worden. Maar dat kan alleen als je met hen praat. Zoek samen uit waar je echt blij van wordt, wat je energie geeft, wat je talenten zijn. En hoe je daar het meeste uit kan halen. Heb je sterke burn-outsymptomen, praat er dan zeker over met je huisarts. Die kan je doorverwijzen indien nodig of je helpen terug de juiste focus te leggen.
3. Aanvaard externe hulp
Vind je het moeilijk om met je werkgever of je omgeving te praten? En weet je niet goed hoe je op de vragen over je drijfveren, energiegevers en talenten moet antwoorden? Precies daarom bestaat een loopbaanbegeleider: om de juiste vragen te stellen én de juiste antwoorden te vinden.
Jobcoaches zijn experts in werkgeluk. Tijdens een traject loopbaanbegeleiding helpen de jobcoaches van Dialogisch je op weg naar meer (werk-)geluk. Je coach onderzoekt samen met jou enkele pistes: helpt het om je job anders aan te pakken of een andere functie te zoeken binnen je bedrijf? Of is een andere werkgever een beter idee? Of gaat een volledige carrièreswitch je opnieuw energie geven? Tijdens het traject ga je samen met je loopbaanbegeleider op zoek naar de beste oplossing. Zo geef je die dreigende burn-out geen enkele kans.
4. Gun jezelf wat tijd
Het heeft een tijdje geduurd tot je op dit punt terecht bent gekomen, geef jezelf ook wat tijd om terug de oude te worden. Breng in kaart wat momenteel energie vreet, wat je energie geeft en wat rust brengt. Probeer je energievreters – alles wat je te veel energie kost – een tijd lang zoveel mogelijk te negeren en focus elke dag actief op de dingen die je energie geven of die je rust brengen.
SOS burn-out: zo behandel je een burn-out
Je hebt een burn-out. De diagnose komt aan als een donderslag bij heldere hemel. Maar is dat wel zo? Oké, je voelde je al een tijdje niet zo goed. En oké, je was eigenlijk wel heel prikkelbaar. En energie, dat had je al maanden niet meer. Maar je dacht écht dat dat allemaal maar tijdelijk was. Niet dus. Gelukkig kan je herstellen. En dat hoef je niet alleen te doen.
Stap 1: laat je helpen door je huisarts
Je huisarts heeft de diagnose gesteld, maar laat je niet aan je lot over. Jullie bespreken samen hoe het nu verder moet. Een tijdje afstand nemen van je werk, is geen slecht idee. Die tijd ga je nodig hebben om tot rust te komen. Indien nodig verwijst je huisarts je door naar een psycholoog of naar iemand die gespecialiseerd is in stressklachten, zoals fasciatherapie, een hartcoherentiecoach of een stress- en burn-outcoach. Je staat er niet alleen voor, er zijn deskundigen die je herstelproces kunnen helpen bespoedigen.
Stap 2: verwittig je omgeving en je werk
Nu je een tijdje afwezig gaat zijn op het werk, moet je natuurlijk je werkgever inlichten. Afhankelijk van je band met je baas en je collega’s, beslis je zelf wat je hen vertelt. Heb je geen zin om het woord ‘burn-out’ te gebruiken? Dan vertel je gewoon algemeen wat je huisarts heeft aangeraden. Je bent niet verplicht om medische informatie te delen met je werkgever.
Wie je in je omgeving in vertrouwen neemt, kies je helemaal zelf. Je hoeft nooit iets uit te leggen waar je je niet goed bij voelt. En belangrijker: je hoeft je nooit te verantwoorden. Toch kan het ook voor je herstel goed zijn om de mensen die het dichtste bij je staan te vertellen wat er aan de hand is. Hun steun kan wonderen doen voor je herstel.
Stap 3: maak afspraken en regel je administratie
Tijd om een paar praktische dingen te regelen. Zo kan je je daarna focussen op je herstel.
Afspraken op je werk
Bekijk met je werkgever hoe jullie de komende periode gaan overbruggen. Aan wie kan je taken doorgeven? Houden jullie nog contact? En hoe vaak? Door zelf mee na te denken over deze vragen, hoef je je achteraf geen zorgen te maken en kan je alles beter loslaten.
De administratie rond je arbeidsongeschiktheid
Je moet een aantal formulieren invullen en laten invullen door je huisarts om je ziekteverlof te bevestigen. Meer informatie vind je hier.
Opvolging
Tijdens je herstel word je opgevolgd door je eigen huisarts, de arbeidsgeneesheer die aan je werk verbonden is en door een adviserend arts van je ziektefonds. Je kan bij hen terecht met al je vragen en ze beslissen ook samen wanneer je opnieuw aan het werk kan.
Stap 4: de weg naar herstel
Je hebt al heel wat stappen gezet: je hebt toegegeven dat het zo niet verder kan en je hebt hulp gezocht (en gevonden, gelukkig!). En ook de administratie is achter de rug, oef. De weg naar je oude zelf ligt nu helemaal open. Of misschien eerder de weg naar versie 2.0 van jezelf. Want tijdens je herstel leer je nieuwe dingen over jezelf, waardoor je nog dichter bij je ware zelf komt en je sterker in het leven (en je werk) staat.
Een burn-out is best pittig. Voordat je nog maar kan denken aan re-integratie, moet je eerst je energiebalans weer op peil brengen. Breng in kaart wat je stressbronnen zijn en proberen actief energiegevers en rustgevers in te zetten. De weg naar herstel is een actief proces. Het (opnieuw) in contact komen met jouw drijfveren en talenten, maar ook het versterken van je assertiviteit of het verhogen van zelfzorg kan een onderdeel zijn van het herstelproces. En nog een belangrijke: geef jezelf structuur. Deel je dag op in blokjes: blokken om te werken, blokken om online te zijn, blokken om vooral niet online te zijn, blokken voor ontspanning, blokken voor sociale contacten, …
Wanneer je energie de goede kant opgaat, kan je je re-integratie beginnen voorbereiden.
Stap 5: ga opnieuw aan het werk
Zolang mogelijk wegblijven van je werk, dat lijkt je misschien de slimste manier om je burn-out te bestrijden. Want zo ben je in deze situatie terechtgekomen. Logische redenering, maar ze klopt niet.
Volgens Lode Godderis, professor arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven en directeur onderzoek bij IDEWE, herstel je niet door lang in je zetel te blijven liggen. Je moet de juiste ondersteuning krijgen en actie ondernemen om er weer bovenop te komen. Want werken, dat is óók herstellen.
Daarom is een re-integratieplan vanaf de tweede maand arbeidsongeschiktheid een goed idee. Tijdens dat traject bereid je je voor op je terugkeer naar het werk – of dat nu bij je huidige werkgever of ergens anders is –, start je in stapjes terug op en word je opgevolgd tot je weer op volle (maar gezonde) toeren draait.
Ben je klaar om aan je re-integratieplan te werken? Dan kan loopbaanbegeleiding je het houvast geven dat je nodig hebt. Samen met een jobcoach beantwoord je concrete vragen. Wat zijn je talenten en hoe kan je ze inzetten? Waar liggen je valkuilen? Hoe kan je daar in een boog omheen lopen? Welke soort job en werkomgeving heb je nodig om elke dag met een glimlach naar het werk te vertrekken? Je krijgt tips, tools en praktische handvaten om op een evenwichtige manier te re-integreren.
Wil je ontdekken of loopbaanbegeleiding iets voor jou is? Tijdens een gratis Coffee & Coach-gesprek kan je al je vragen over jobcoaching aan een Dialogisch-coach naar keuze stellen.